In juli 1950 namen de broers Stransky deel aan een wedstrijd van kleine auto's in hun land Tsjecho-Slowakije. František reed in de Oskar Jawa 250 en Mojmir reed met de Oskar DKW 350. Totaal namen 29 zelfgemaakte voertuigen deel. Mojmir behaalde toen zelfs een topsnelheid van 85 km, hetgeen hen deed besluiten om dat karretje in serie te gaan maken.
Zij verhuisden naar Solnice, begonnen met 6 werknemers en maakten de Oskar 54 met Jawa motor 250 cc.
In 1954 echter verongelukte František tijdens een proefrit. Een jaar later wordt besloten de wielen kleiner te maken 16 inch i.p.v. 19 inch. Dit maakte veel verschil uit voor wat betreft de wegligging.
Om politieke redenen (hij wilde geen lid worden van de communistische partij) verliet Mojmir in 1954 zijn eigen bedrijf. Het bedrijf ging toch door en groeide. Met behulp van een dynamostarter werd het na 1956 gemakkelijker voor invaliden met de Oskar 54 om te gaan. Een nieuwe versie krijgt de naam Velorex Oskar 16 en later Velorex 16/250 mee. Invaliden kregen vanaf dat moment voorrang bij de bestelling van een Velorex; er ontstonden zelfs wachtlijsten.
In 1963 kwam een driewieler met een CZ 175 cc motor en een Jawa 350 cc op de markt. Beide met standaard een dynamostarter. In 1971 werd de productie van driewielers gestopt, waarna in 1972 de vierwieler Velorex 435D in productie werd genomen. Een lang leven was dat product niet beschoren; na 1380 exemplaren hield het op.